Voor de beoordeling of een afspraak over het verrichten van werkzaamheden een arbeidsovereenkomst is, is de bedoeling van de partijen niet van belang. Dat heeft de Hoge Raad op 6 november 2020 beslist. Waar het om gaat, is of de tussen de partijen overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst.
Dit was de uitspraak in de langverwachte zaak van een uitkeringsgerechtigde tegen de gemeente Amsterdam. Deze mevrouw werkte op basis van een participatieplaats en claimde een arbeidsovereenkomst. Lang verwacht, niet vanwege het geschil dat behandeld werd, maar vanwege de conclusie van Advocaat-Generaal Ruth de Bock in juli. De A-G ging namelijk een flinke stap verder. In haar conclusie ging de A-G in op de situatie van zzp’ers en stelde zij een koerswijziging voor. Het belangrijkste criterium om een zzp’er van een werknemer te onderscheiden zou volgens de A-G de organisatorische inbedding in de organisatie moeten zijn. Met andere woorden, als iemand werkzaam is in een organisatie en dat werk kan ook door werknemers worden gedaan, dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Wat zzp’er en opdrachtgever zelf willen, de bedoeling van partijen, doet er niet meer toe. Dit is in lijn met een advies van de Commissie Borstlap, waar het kabinet tot nu toe nog geen inhoudelijke reactie op heeft gegeven. En waar na de kabinetsreactie nog een behandeling door de Tweede en Eerste Kamer op zal volgen. Een uitzonderlijk politieke uitspraak voor een A-G dus.
De Hoge Raad heeft dus beslist dat de bedoeling van partijen niet meer relevant is, maar dat het erom gaat of de afspraken van partijen voldoen aan de criteria van een arbeidsovereenkomst. Dit gaat een stap minder ver dan de conclusie van de A-G, maar maakt het standaardzinnetje overbodig “Partijen hebben uitdrukkelijk niet de bedoeling om een arbeidsovereenkomst te sluiten”. Voor de meeste zelfstandigen met zakelijke opdrachtgevers is dit een enorme opluchting. En ook I-ZO is opgelucht dat de politiek haar werk kan doen. Hiermee is een hoop onrust op de arbeidsmarkt voorkomen. I-ZO gaat verder met haar ambitie om bij te dragen aan een gezonde arbeidsmarkt, met ruimte voor ondernemerschap en bescherming voor de zzp’ers met een zwakke onderhandelingspositie.